Op 21 juni stelde een extra synodevergadering van de Protestantse Kerk in Nederland de profielen vast voor kerkelijk werker, predikant en pastor. Voortaan zijn er twee soorten ‘dienaren des Woords: de pastor en de predikant. In de stellingname van de BNP is de grote constante geweest: binnen de kerk is ruimte voor de hbo-opgeleide pastor naast de academische predikant, maar de profielen van pastor en predikant moeten duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn.

De BNP is – met de bonden van de kerkelijk werkers, CNV Kerk en Ideëel en RMU – niet in alle opzichten blij met de genomen besluiten. Zo wordt de voorgenomen verbetering van de rechtspositie van kerkelijk werkers toegejuicht, maar de wijze van besluitvorming en de onduidelijkheid rond de profielen van pastor en predikant hebben ertoe geleid dat vanuit de BNP twee acties zijn gecoördineerd. U kunt in Predikant & Samenleving van augustus een verslag van de synodevergadering lezen.

De zojuist genoemde acties zijn de volgende: als eerste hebben enkele individuele leden van de BNP en het bestuur een verzoek tot revisie ingediend bij het moderamen van de synode. En als tweede hebben dezelfde partijen pro-forma bezwaar gemaakt tegen de besluitvorming bij het Generale college voor de behandeling van Bezwaren en Geschillen (GCBG).  

Het verzoek tot revisie is gericht op de inhoud van de aangenomen voorstellen, met name de onduidelijke consequenties en daarmee samenhangend de onzekerheid die de besluiten met zich meebrengen voor ons als werkers in de kerk. Hoe worden de criteria bepaald om onderscheid te maken tussen pastor en predikant en hoe zullen ze in de praktijk uitwerken?

Het pro-forma bezwaar richt zich op de wijze van besluitvorming. Dit bezwaar zal, als wij een antwoord hebben ontvangen van de synode, worden aangevuld of ingetrokken. Tot dat moment, zo is de verwachting, zal het GCBB de behandeling van het bezwaar aanhouden.

Voor alle duidelijkheid gaat het ons – de BNP – bij deze acties nadrukkelijk niet om de besluiten ter verbetering van de positie van de kerkelijk werker. Deze juichen wij toe. Rondom de synode hebben wij bewust met de bonden van de kerkelijk werkers opgetrokken, vanuit het besef dat wij als werkers in de kerk een gemeenschappelijk belang hebben als het gaat om duidelijkheid en een eerlijke waardering.

Ten principale zouden wij als werkers kerk een serieuze gesprekspartner willen zijn, ook als het gaat om de voorbereiding op en de uitwerking van besluiten van de synode over het ambt.  Met de andere bonden zullen wij dit vanzelfsprekend op de geëigende plaatsen naar voren brengen. Het bestuur wil vooruitlopend op een mogelijke uitnodiging tot gesprek door de kerk met de leden in gesprek, om zo goed onderbouwd met de kerk in gesprek te gaan.

Met het oog daarop is besloten gespreid over het land regiobijeenkomsten te houden om met elkaar na te denken over onze positiebepaling en daarbij breder in te zetten: hoe ziet de toekomst van het predikantschap er uit? Daarbij blijft natuurlijk onze focus op het ambt van predikant en de daarbij horende rechtspositie binnen de kerk.  Wij hopen dat zowel leden als niet-leden willen meedenken. Meer informatie over deze bijeenkomsten volgt in de tweede helft van oktober.

Roel Knijff