Voor veel predikanten geldt de pensioenregeling van PFZW. Per 1 januari 2026 gaat daarin het een en ander veranderen als gevolg van de invoering van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Deze is na jarenlang overleg tussen sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties) en de overheid door de eerste en tweede kamer aangenomen en is ingegaan op 1 juli 2023.

Aanleiding was onder andere dat pensioenfondsen de pensioenen jaren lang niet konden indexeren vanwege de wettelijke regels waarin de dekkingsgraad een belangrijke rol speelde. Die dekkingsgraad werd bepaald door de opbrengst van de beleggingen en bovenal door de zogenaamde rekenrente die jarenlang zo laag was dat er niet geïndexeerd kon worden. Ook de buffers die eerst gevormd moesten worden voor  tot indexatie kon worden overgegaan, speelden een rol. Gepensioneerden voelden dat rechtstreeks in hun portemonnee, maar het had ook gevolgen voor de mensen die nog pensioen opbouwden.

Per 1 januari verandert dat. Er zijn nieuwe regels. De basis van deze regels ligt in de Wtp. Daarnaast zijn er de eigen regelingen van de pensioenfondsen, neergelegd in een transitieplan. Dit plan is opgesteld door de sociale partners. De ouderenbonden hebben hierover geadviseerd. De BPP (Belangenvereniging Pensioengerechtigden PFZW) speelt hierin een belangrijke rol.

In de nieuwe regels speelt de rekenrente een beperkter rol en de voorgeschreven buffervorming is veel kleiner. Het pensioen wordt individueler en het kan directer meebewegen met de opbrengst van de beleggingen. Maar deelnemers aan een pensioenfonds willen ook zekerheid. Daarom zijn er regels ingebouwd, zoals dat er naarmate deelnemers ouder worden voor hen minder riskant belegd wordt. In de nieuwe regeling is bovendien een solidariteitsreserve ingericht voor gepensioneerden zodat mogelijke pieken en dalen in de pensioenuitkering zoveel mogelijk worden opgevangen.

Hoe nu verder
PFZW stapt op 1 januari 2026 over op de nieuwe regeling. In juli of augustus 2025 ontvangen de deelnemers aan het pensioenfonds een voorbeeldberekening waarbij deelnemers kunnen zien wat de nieuwe pensi0enregeling betekent voor iemand in een soortgelijke situatie. Inzicht in wat het voor de deelnemers persoonlijk betekent volgt in oktober/november op basis van het dan aanwezige vermogen. Hoe het eigen pensioenvermogen er uiteindelijk uitziet, is pas duidelijk in maart 2026.

Nog meer lezen?
PFZW geeft veel informatie, zie www.pfzw.nl; ook de website van de BPP bevat veel informatie  (zie Wet Toekomst Pensioenen (WTP) – BPP).