De Generale Synode van de Protestantse Kerk besloot op 17 en 18 november de regels voor de Permanente Educatie van predikanten te reviseren, de nieuw aan te stellen classispredikanten duidelijk te positioneren, en de afschaffing van de functie van predikant-werkbegeleiders te accepteren.

Permanente educatie


Naast kritische kanttekeningen bij het onderzoek naar/de rapportage over de PE, was er veel waardering: er is geluisterd naar positieve en negatieve ervaringen in de praktijk. De bureaucratie van accreditaties en puntenregistraties vervalt. Er komt meer focus en meer vrijheid. Meer focus door cursussen te concentreren op updates in de theologie. Meer vrijheid door naast deelname aan het PThU aanbod cursussen aan erkende instellingen te accepteren, binnen- of buitenkerkelijk. Ook voor promotieonderzoek komt meer ruimte. Nieuw is de verplichting tot supervisie, coaching of geestelijke begeleiding. Binnen het verplichte deel, en voor rekening van de kerk. Het voorstel om intervisie (mits onder professioneel toezicht) daaraan toe te voegen is aangenomen. Een minderheid gaf er de voorkeur aan terug te keren naar het oude studieverlof. Het besluit van de synode is hier te vinden op de website van de kerk.

Classispredikant


Eerst moest de synode kiezen tussen ‘classicale vergadering’ of ‘regionale synode’ als benaming voor de nieuwe tussenlaag. Voor beide standpunten zijn sterke argumenten aangedragen. Het spande erom, de keus viel op de classis. Over de positionering van de nieuwe voorzitter van de classicale vergadering, de classispredikant, verliepen zowel het debat als het stemmen tellen op het scherp van de snede. Hoe dient hij/zij zich te verantwoorden, en aan wie? De synode koos er in moties en amendementen voor het accent te leggen op de classicale vergaderingen, de landelijke kerk dient enkel de eenheid te bewaren. Ook vroeg de synode om aanscherping van het profiel: het moet iemand zijn met ruime ervaring als predikant, die geestelijk leiderschap kan tonen, en zich (met de zogeheten ringen van gemeenten op voormalig classicaal niveau) richt op nieuwe vormen van kerkelijke samenwerking en presentie in de samenleving.

Werkbegeleiding

De synode besloot de afschaffing van de functie predikant-werkbegeleider te accepteren. Synodeleden toonden zich verontwaardigd over de besluitvorming. Hoewel de synode weet dat de uitvoering van beleid aan de Dienstenorganisatie is gedelegeerd, was men er zich in april niet van bewust dat deze functie niet terugkeert. Men vernam het nieuws van een onder predikanten bekend assurantie-adviesbureau. Het Beleidsplan bleek voor meerderlei uitleg vatbaar: je kunt de werkbegeleiding handhaven, en tegelijkertijd de predikant-werkbegeleiders ontslaan. Een motie met de strekking: “geen oude schoenen weggooien voor je nieuwe hebt” (er ontstaat een hiaat in 2017) werd stellig ontraden. Werkbegeleiding als kerkordelijke taak van de Dienstenorganisatie zal voortaan bestaan uit verwijzing naar de (al dan niet gecertificeerde) vrije markt. Hoe het mentoraat voor beginnende predikanten doorgang vindt bleef onduidelijk. De motie werd aangemerkt als motie van treurnis en tenslotte ingetrokken. Hoe het er nu voor staat met de werkbegeleiding valt hier te lezen op de website van de kerk.