In de Protestantse Kerk komt er een differentiatie in het ambt van dienaar des Woords: hbo en academisch geschoolden. Samen met de bonden CNV en RMU is de Bond van Nederlandse Predikanten actief betrokken bij de gesprekken rond dit traject. Middels onder andere gesprekken met kerkelijke gremia en partners en een reeks ledenraadplegingen wil de bond bijdragen aan een zorgvuldig verloop van deze ontwikkeling.

De extra synodevergadering op 8 februari bespreekt de notitie Aanvullende opdracht beroepsprofielen Ambt. In een open brief doen de gezamenlijke bonden van werkers in de kerk een dringend beroep op de synodeleden om dit ambtstraject niet te versmallen door deze notitie richtinggevend te maken voor de toekomst van de kerk.

De novembersynode 2023 besprak de Notitie uitwerking beroepsprofielen met de conclusie: als ‘pastor’ en predikant dezelfde werkzaamheden uitvoeren is een werk- en denkniveau NLQF-7 nodig. Dit niveau (hbo-master of wo-master) is zowel bereikbaar via hbo-opleidingen en eerder/elders verworven competenties als via de academische route. De novembersynode kwam niet tot besluitvorming: een meerderheid vond dat meer informatie nodig was. De bonden CNV, RMU en BNP zagen hier juist een begaanbare weg.

De nieuwe notitie voor 8 februari, Aanvullende opdracht beroepsprofielen Ambt, stelt voor: profielen van de predikant op werk- en denkniveau NLQF-7 en van de ‘pastor’ op werk- en denkniveau NLQF-6 “indien nodig aangevuld met aanvullende opleidingsonderdelen, al dan niet verzorgd door de kerk.”

Met zorg constateert de BNP dat een doorgaande lijn in de besluitvorming van de synode ontbreekt. In het besluitvoorstel, om de notitie als richtinggevend te aanvaarden, ziet de bond een koerswijziging. Zo bood de novembernotitie bood nog ruimere doorgroeimogelijkheden voor de ‘pastor’ (HBO en WO) dan de notitie die nu voorligt (alleen WO).

De BNP zet haar actieve betrokkenheid in dit proces graag voort en is van harte bereid mee te denken met de coördinatiegroep en de werkgroep(en) die hier rond samenwerken.