Waarom horen we pas nu over deze kwestie?

Eind 2016 liet PFZW aan de Beheercommissie Centrale Kas Predikanten (BCKP) van de PKN weten dat de WOZ-waarde van de pastorie geldt als pensioengevend traktement. Scherper geformuleerd: wanneer de fiscale bijtelling voor pastoriebewoners van 1,75% van de WOZ-waarde van de pastorie hoger is dan de (traktementsafhankelijke) inhouding woonbijdrage, leidt het verschil tot een hogere pensioengrondslag. Predikanten die een ‘duurdere pastorie’ bewonen (ongeveer vanaf € 375.000) moeten meer pensioenpremie gaan betalen. De kerk heeft bij PFZW aangedrongen op handhaving van de bestaande situatie: waarom is dit niet eerder opgemerkt, en waarom geen uitzondering gemaakt voor een beperkte categorie? PFZW bleek niet bereid voor pastoriebewoners af te wijken van het geldende Pensioenreglement. Alleen voor de periode 2012-2018 wilde PFZW een uitzondering maken. Ingang van de premie-aanpassing per 1 januari 2019 was het hoogst haalbare.  De opstelling van PFZW brengt een lastenverzwaring met zich mee voor predikanten die in een duurdere pastorie wonen. Daaraan valt niets te veranderen. Het Georganiseerd Overleg Predikanten (GOP) kon alleen besluiten over de wijze van uitvoering van de maatregel.

Welke keuze heeft het Georganiseerd Overleg gemaakt en waarom?

Pas in oktober 2018 ging PFZW akkoord met ingang van de premie-aanpassing per 1 januari 2019. Intussen is binnen het Georganiseerd Overleg Predikanten door de delegaties namens de kerk(rentmeesters) en namens de predikanten gesproken over de inkomensgevolgen voor predikanten. Daarbij waren twee opties aan de orde. Optie 1: een verhoging van de pensioenpremies voor de ‘duurdere pastorie’, te betalen door de predikanten en hun gemeenten. Deze predikanten zouden een hogere pensioengrondslag krijgen en een hoger pensioen opbouwen dan hun collega’s. Maar door hogere pensioenpremies zou hun netto-inkomen erop achteruitgaan. Optie 2: een aanpassing van de in te houden woonbijdrage aan de rekenmethode van de fiscus en het pensioenfonds. In de op maandag 3 december verzonden circulaire zijn meerdere argumenten te vinden voor deze keuze. We sluiten bovendien aan bij wat in de Generale Regeling Rechtspositie Predikanten over de pastorie staat (art. 10): “De woonruimte is passend als woongenot en de gebruikskosten in overeenstemming zijn met wat maatschappelijk gangbaar is.” Predikanten houden allen dezelfde pensioengrondslag. Wie een ‘duurdere pastorie’ bewoont gaat meer betalen, wie een ‘goedkopere pastorie’ bewoont gaat minder betalen.

Waarom is dit niet aan de leden voorgelegd?

De materie is complex en de tijdsdruk is groot. Als delegatie namens de predikanten zijn we van oordeel dat gekozen is voor een eerlijke en rechtvaardige uitvoering van aanpassingen waartoe wij door PFZW gedwongen zijn. Ook bij een WOZ-afhankelijke inhouding woonbijdrage blijven de woonlasten voor pastoriebewoners lager dan de gangbare marktprijzen.

Wat gaat er in 2019 veranderen?

Er komt een overgangsperiode van 5 jaar: voor wie nu woont in een pastorie met een WOZ-waarde vanaf ± € 350.000 betekent dit per 1 januari 2019 een verhoging van pensioenpremies. Na 1 januari 2019 geldt de nieuwe regeling voor wie een pastorie gaat betrekken. De BNP raadt predikanten aan om met het college van kerkrentmeesters in gesprek te gaan over het moment van overgang: op vrijwillige basis kan het al eerder. De BNP beseft dat de maatregelen ingrijpend zijn, en zal binnen het GOP in januari 2019 de ‘schrijnende gevallen’ analyseren. Met het oog daarop horen de PKN (predikantstraktementen@pkn.nl ) en de BNP (bnp@predikanten.nl) graag waar predikanten tegen problemen oplopen.